_ptf8759-445-370

Herinneringen
aan 25 jaar vmbo #van... naar...

Gedeelde herinneringen/ervaringen van de afgelopen 25 jaar vmbo, voor en door docenten.

Herinneringen

Gedeelde herinneringen en ervaringen van docenten uit het vmbo.

Docent D&P met keuzevakken PIE, BWI en MT

Beste lezer,

Ik geef inmiddels ruim 30 jaar les op het Merletcollege (nu in Cuijk) en dat doe ik met veel plezier. Dat doe ik inmiddels 25 jaar als docent vmbo. Eerst als docent metaaltechiek, nu als docent D&P met keuzevakken PIE, BWI en MT.

Wat ik leuk vind om al zo lang leerlingen op het vmbo les te geven? Dat je kinderen echt dingen kunt bijbrengen waar ze veel aan hebben in hun verdere leven.

Verder vind ik het een ontzettend leuke uitdaging om ‘dat wat in een leerling zit, er ook uit te halen’. Je biedt ze kansen om verder te komen doordat ze ontdekken wie ze zijn, wat ze leuk vinden en wat ze kunnen. Op deze manier kunnen leerlingen hun dromen en passies waar maken. Dát is waar ik het voor doe.

Leerlingen zijn altijd blij en dankbaar over wat ze uiteindelijk bereikt hebben. Door extra activiteiten te doen (buiten en soms tijdens de lessen) zoals mountainbiken, op schoolkamp gaan, samen een keer bowlen, film kijken of midgetgolfen, leer je elkaar ook op een andere manier kennen. Dat schept een band.

Ik geef met veel passie les in D&P, PSO en keuzevakken techniek. Het geven van theorie en praktijk, het mentor zijn en coachen van leerlingen vind ik prachtig, juist ook bij vmbo-leerlingen. Deze leerlingen zijn meestal heel open, leerbaar en naïef. En wat ook geldt: wat je geeft krijg je terug.

Zelf ben ik begonnen op de mavo, aansluitend heb ik MTS-werktuigbouwkunde gedaan en daarna de PTH. Zelf was ik altijd aan het sleutelen aan brommers, motoren en auto’s. Ik koos voor de PTH omdat ik een praktische opleiding op hbo-niveau wilde doen. Op de PTH kreeg je veel praktijk, veel meer dan de HTS. Daarom was het voor mij een goede keuze. Met onderwijs had ik op dat moment helemaal niets.

Tijdens de stages op school heb ik voor het eerst kennisgemaakt met lesgeven in het onderwijs. Dat vond ik direct al heel erg leuk om te doen. Alleen had ik nog steeds niet het idee om uiteindelijk docent te worden.

Na mijn afstuderen ben ik dan ook eerst in het bedrijfsleven begonnen. Totdat een directeur van het Merletcollege me belde met de vraag of ik geen zin had om een docent te vervangen die langere tijd afwezig was. Dat was het moment dat ik docent ben geworden.

Er zijn veel veranderingen in het vmbo geweest in de afgelopen 25 jaren. Het kenmerk in het begin van het vmbo is dat we werkten vanuit vanuit (smalle) afdelingen met specialisaties (zoals Metaaltechniek, Elektrotechniek, Bouw, etc) waar je al behoorlijk veel specialistische vaardigheden leerde. Sommige bedrijven kaapten leerlingen dan ook weg voordat ze naar een vervolgopleiding gingen. Binnen die afdelingen werkten we in het begin met modules in plaats losse vakken. Daarna zijn we over gegaan naar een werkplekkenstructuur. Vervolgens zijn we overgegaan op projectmatig werken.

Totdat we Dienstverlening en producten (D&P) op school hebben ingevoerd , waarbij we de ‘oude’ afdelingen (zoals techniek, Zorg en Welzijn en Horeca, Bakkerij en Recreatie) hebben gebruikt voor de keuzevakken bij D&P. Eerst was ik niet direct voorstander van D&P. Dat, omdat ik dacht dat mijn eigen vak belangrijk was en ik de meerwaarde van D&P niet direct zag. Door een terugloop van leerlingen hebben we de omslag gemaakt en zijn we vol voor D&P gegaan (inclusief het volgen van een opleiding).

D&P maakt het werken als docent leuker. En is ook beter voor leerlingen. Zij hebben door D&P betere kansen om een goede keuze te maken voor een vervolgopleiding. Waarom? Omdat we vanuit D&P meer aan algemene vaardigheden werken van leerlingen. Zo zijn ze bezig met multi-media (bouwen website, maken en bewerken van een film, etc.), organiseren ze een activiteit, maken ze producten en leren ze presenteren. Ik zie dat dit heel waardevol is. Leerlingen krijgen door D&P veel meer algemene kennis. Specialiseren kan altijd nog in een vervolgopleiding.

Door deze manier van onderwijs hebben leerlingen veel meer (brede) keuzemogelijkheden: ze kunnen op veel verschillende gebieden leren, ontdekken en oriënteren, waardoor ze beter leren waar hun passie en kracht ligt. Het onderwijsprogramma is meer ontwikkelgericht, doordat er meer loopbaanoriëntatie en -begeleiding is. Daardoor kunnen leerlingen een betere keuze maken voor hun vervolgopleiding op het mbo. Bovendien hebben leerlingen meer en betere vaardigheden om door te stromen naar het mbo, waardoor vmbo en mbo beter op elkaar aansluiten.

Op dit moment kijken we hoe we een steeds meer contextrijke omgeving voor leerlingen kunnen invoeren. Je kunt daarbij denken aan het hebben van een restaurant, een technische opdracht maken voor een bedrijf, of ouderen die vanuit de zorg voor een verwendag op school komen. Op deze manier willen we nóg meer laten zien waar leerlingen naar toe werken.

Elke dag werk ik met veel plezier en passie samen met leerlingen, waarbij ze steeds verdere stappen zetten. Het werken met leerlingen geeft me veel energie en ik krijg erg veel voor terug. Het is echt een top job!

Vriendelijke groet,
Johan Ahlers

PIE-docent Experience College Rotterdam

Beste vmbo 25 jaar,

Mijn onderwijsloopbaan begon 25 jaar geleden, toen ik les ging geven op mijn oude LTS Elektrotechniek. Na 15 jaar in het bedrijfsleven keerde ik terug naar het onderwijs, in het VBO. Daar gaf ik les in meten, materialen en gereedschappen, vaktheorie, vaktekenen en praktijk. In die tijd namen we nog de oude schoolexamens af.

Met de komst van het vmbo veranderde het onderwijs ingrijpend. Het VBO maakte plaats voor modulaire systemen, waarin leerlingen via startmodules konden beginnen de betreffende kerndelen.

Ook betrokken we de bungalow via bedrijfssimulaties, zoals die van OTIB met Adrie Willemse. Met samenwerking tussen Instalektro en Metalektro werden afdelingen verbonden, zodat leerlingen breder opgeleid werden en kleine afdelingen konden blijven bestaan.

De daling in leerlingenaantallen binnen de techniek leidde uiteindelijk tot techniekbreed onderwijs, met als meest recente hervorming in 2015 de invoering van de PIE-afdeling (Produceren, Installeren & Energie).

Wat mij altijd geboeid heeft, zijn de leerlingen. Pubers – opstandig, maar toch stuurbaar – zijn een genot om mee te werken. Het geeft voldoening om bij te dragen aan de vorming van jonge vakkanjers, en om hen voor te bereiden op een toekomst in de techniek. In de afgelopen 25 jaar is het vmbo veranderd van theoretisch onderwijs naar een praktijkgerichte opleiding, waarmee leerlingen klaargestoomd worden voor de prachtige uitdagingen in de techniek van morgen.

Peter Kwakernaak, PIE-docent Experience College Rotterdam

Docent Zorg & Welzijn Bovenbouw College Den-Hulster Venlo

Beste vmbo 25 jaar,

Wat leuk om te lezen dat het vmbo 25 jaar bestaat!
Terwijl ik dit typ besef ik me, wat is de tijd gevlogen!
Ik weet het nog erg goed! In 1999 was ik 12 jaar (een maand later werd ik 13) en begon ik als eerste lichting aan het vmbo.
Ik moest tijdens mijn laatste dag op de basisschool erg huilen.

Niet om mijn klasgenootjes te gaan missen, maar om te mogen starten op de middelbare school.
Ik was daar zo erg aan toe! Ik weet het nog goed dat mijn moeder me een dikke knuffel gaf op onze oprit.
Ik was namelijk in groep 3 blijven zitten omdat ik erg slecht was in rekenen en begrijpend lezen.
Ik snapte de rekensommen niet en ging bij mijn buurvrouw kijken naar de antwoorden.
De juffrouw pikte dat verkeerd op en dacht dat ik afkeek.
Daarom moest ik vaak op de gang zitten.
Ook was ik niet sterk in lezen. Ik voelde me vaak minder dan de rest van mijn klasgenootjes.
Wat ik wel leuk vond en ook goed in was, waren de gymlessen en handenarbeid.
Daar stond ik helemaal in mijn kracht en element!
Het was al vroeg duidelijk, ik was een echte doener!
Ik ging naar een schakelklas vmbo KB/GT en stroomde in leerjaar 2 door naar GT.
Daar had ik in leerjaar 1 hard voor gewerkt.
Eindelijk zat ik tussen klasgenootjes van hetzelfde niveau en dus leerlingen om me heen die hetzelfde tempo als mij hadden.
Waar ik vervolgens na 4 jaar het vmbo te hebben gevolgd, mijn diploma behaalde.
Ik stam inderdaad nog echt uit de tijd van het krijt op het bord.
Krijg er nu nog kriebels van wanneer ik daaraan denk!
Wat is er toch veel veranderd.
Mijn docent uiterlijke verzorging zei letterlijk: ik moet even kijken wat ik met jullie aan moet!
Ik had namelijk 4 uur extra in de week praktijkles en volgde het vak uiterlijke verzorging.
Ik kreeg toetsen op Kaderberoepsniveau en haalde mega hoge cijfers!
Eindelijk was ik ergens goed in en later maakte ik naast mijn beroep als docent,
mijn beroep als schoonheidsspecialiste er ook van.
En jeetje, wat ben ik veel veranderd.
Maar eigenlijk ook niet, want van binnen… ben ik nog steeds die vmbo-leerling.
Praktisch, snel in aanpak, tikkeltje onnozel en chaotisch maar vooral zorgzaam en een duizendpoot.
Wist ik toen veel dat ik het voorbeeld zou zijn voor de leerlingen van nu.
En mezelf perfect kan inleven in deze leerling.
Niet alleen het leren, maar ook de tegenslagen etc.
Maar vooral… het bezig willen zijn. Met mijn handen, het praten over onderwerpen
die de leerlingen aanspreken of boeien, de puurheid, de eerlijkheid van ze.
Ik houd ervan en ga daarom elke dag met veel plezier naar mijn werk!
Ik ben dan ook erg trots dat ik op mijn plekje ben gekomen waar ik nu sta!
Met veel trots zeg ik dat ik werk als docent zorg en welzijn op college Den Hulster in Venlo.
Een leuke, grote middelbare school waar geen dag hetzelfde is!
Ik kwam daar meteen in een warm bad terecht en werd gezien.
Iets wat ik niet altijd heb mogen voelen tijdens mijn basisschooltijd en wat ik de leerling van nu graag wel meegeef!
Inmiddels heel wat hobbels afgelegd om mijn lerarenopleiding docent gezondheidszorg en welzijn een aantal jaren terug af te mogen ronden zodat ik voor de klas kon en kan staan.
Trots, trots waar ik sta, waar ik vanaf kom en hoe ver ik ben gekomen.
Maar vooral trots om met deze doelgroep te mogen werken.
Tegen mijn jongere zelf zou ik willen zeggen: maak je niet druk waar je heen zal gaan, je pad gaat je leiden.
Als je maar blijft geloven in jezelf.
Maak je niet gek door wat je niet kunt, geef jezelf dikke complimenten wat je wel goed kan.
Kijk niet te veel naar een ander.
Dat is ook wat ik de leerling van vandaag meegeef.
En ik zeg erbij, geloof me,… mijn pad ging ook niet altijd rechtdoor!
Dat zou saai zijn, toch? Uiteindelijk beland je waar je moet wezen.

Ilse Oerlemans, zorg & welzijn docent College Den Hulster