Anja Kleingeld – Loman, docent HBR en decaan aan het Penta Hoogvliet in Rotterdam #docenten
25 jaar docent met passie voor het vmbo

25 jaar docent met passie voor het vmbo
Schoolloopbaan: Op LTS De Vaan volgde Anja de afdeling consumptieve technieken, omdat ze kok wilde worden. Ze had een toptijd op de Rotterdamse technische school, in een bijzondere situatie met 1000 jongens en 10 meiden. De vervolgopleiding aan het mdgo (middelbaar dienstverlenings- en gezondheidszorgonderwijs) was een minder groot succes, vooral omdat de praktijklessen onder het niveau lagen van wat ze al op de lts gehad had. Ze wist zeker dat ze nog verder wilde leren en besloot naar de lerarenopleiding te gaan.
Loopbaan: Terwijl ze werkte als kok en de lerarenopleiding volgde, vroeg een oud-docent haar om als docent op De Vaan te komen werken. Daarna gaf ze een jaar als horecadocent les op de Gwendoline van Putten school op St. Eustachius. Terug in Nederland startte ze in 1996/97 als docent HBR op het Penta College in Rotterdam Hoogvliet. Daarnaast werkte ze 11 jaar bij het CvTE aan de HBR-examens.
“Dat heb ik echt zelf bedacht. Na het mbo wilde ik geen kok meer worden, maar vond het vak koken mooi, en mijn hart lag bij banketbakken. Als beginnend kok stond je een halve dag rollades in plakjes te snijden. Ik zocht meer uitdaging. Op mijn werkbedrijf vond ik werken met groepjes leuk.”
“Het was wel heel gek als je als negentienjarige je oud-docenten, die je altijd met ‘meneer’ en ‘mevrouw’ aansprak, ineens bij de voornaam noemt. Na vier jaar op De Vaan wilde ik nog iets ‘wilds’ doen. Via een vriendin bij het arbeidsbureau hoorde ik van een baan als horecadocent op St. Eustachius. Dat bleek niet in Zeeland of Limburg te liggen, maar op de Antillen… Met man en twee katten zijn we vertrokken.”
“Ik gaf dienstverlening en koken op een vbo-school, de enige school op het eiland. Iemand van school sturen kón dus niet. Het was bijzonder. Ik heb er vooral geleerd hoe ik het niet wilde. Ik ben daar met leerlingen een restaurant begonnen in het theorielokaaltje, waar de mensen van het eiland konden komen eten. Toen dat eenmaal aansloeg, zág je de leerlingen groeien. Het initiatief haalde de krant.
Terug in Nederland mocht ik op het Penta College de afdeling consumptieve technieken (CT) opzetten, fantastisch om te doen! We begonnen de afdeling CT met vijf leerlingen, nu heb ik de dochter van één van die vijf in de klas. En inmiddels is een andere oud-leerling mijn collega geworden!
Sinds 1997 ontvangt het restaurant van de school elke maandag en dinsdag meer dan 50 gasten, van wie een deel al sinds het begin komt en het heel leuk vindt om voor negen euro een driegangen verrassingsmenu voorgeschoteld te krijgen.”
“Ik denk dat ze zeggen: ‘De juf is erg duidelijk, we weten precies waar we aan toe zijn.’ Ze vinden praktijklessen heerlijk; lekker met de handjes in het deeg zitten en cakes of broodjes bakken. Het restaurant draaien we in twee avondlessen. Nu zeggen leerlingen misschien nog: ‘ik ga liever naar de voetbaltraining’, maar oud-leerlingen geven terug dat ze die avondlessen juist heel bijzonder vonden. Ze krijgen daar een boost van, omdat het zo echt is.”
“Eigenlijk niet; het zijn leerlingen die het leuk vinden om in de praktijk te leren. De leerlingen zijn hetzelfde, maar de ouders zijn veranderd. Die bellen rustig op maandagochtend, dat er in het weekend iets is voorgevallen tussen twee leerlingen, met de boodschap: ‘School, los het op.’
Ook de digitalisering is van invloed. Als er vroeger iets aan de hand
was, werd dat via via doorgegeven. Nu weet binnen een seconde de hele school het. Voor leerlingen wordt de school verlengd naar de weekenden en de avonden. Voor leerlingen die minder sociaal zijn, biedt dat wel meer kansen op meer sociaal contact buiten de school.”
“De liefde voor het vak die ik zelf ook op de lts heb meegekregen. Dat ze het leuk hebben met elkaar, dat ze leren samenwerken en goed met elkaar omgaan. Van de basistechnieken van HBR heb je je hele leven profijt.”
“Ik was eerst meer bezig met het vak en in de loop der tijd steeds meer met begeleiding, ondersteuning en sturing. Het vak HBR is breder geworden. Dat is jammer, omdat je er minder van je vak in kwijt kan, maar leerlingen kunnen wel alle kanten op. Als decaan zeg ik altijd: ‘Kies op het vmbo iets wat je leukt vindt en waar je je diploma mee kan halen; daarna kan je nog alles kiezen.’ Dat gebeurt ook; sommige leerlingen worden vrachtwagenchauffeur of timmerman. Er zijn wel minder leerlingen die echt slager of bakker willen worden.”
“Ik geef leerlingen meer complimenten dan vroeger. Zo’n twintig jaar geleden volgde ik een cursus en sindsdien pas ik dat toe. Leerlingen bloeien daarvan op.”
“Ik ga elke dag met veel plezier naar school, dat zegt al heel veel. Als dan de les begint en de leerlingen gaan georganiseerd en zelfstandig aan de slag met voorbereidingen en we kunnen echt werken, daar kan ik echt blij van worden. Of momenten waarop de ene leerling spontaan de andere helpt. Als ze het diploma halen aan het eind van de twee jaar, dat is echt een geluksmomentje!”
“Moeilijke vraag. Er zijn wel wat veranderingen geweest in het onderwijs, maar het vakinhoudelijke is gebleven. We moeten het alleen niet nog verder verbreden. Er moet wel verdieping blijven, want anders wordt het eenheidsworst.”
“Omdat ik best kritisch ben, werd ik gevraagd voor het CvTE bij de ontwikkeling van de examens. Daar heb ik altijd geprobeerd het beste voor de leerlingen te doen: wat kunnen ze, wat snappen ze, wat is herkenbaar voor leerlingen, wat hebben ze gehad? We hebben heel hard gewerkt om de examens daar een afspiegeling van te laten zijn. Ik ben ook trots op hoe we van een keukentje naar de mooi ingerichte lokalen van nu zijn gegaan. Ik ben eigenlijk trots op alles wat we met het team doen!”