Judith Ponsioen – docent wiskunde, spd, stagebegeleider en coach nieuwe docenten op het Pax Christi College in Druten #docenten

25 jaar docent met passie voor het vmbo

Terug naar overzicht
Thumbnail

Judith Ponsioen – docent wiskunde, spd, stagebegeleider en coach nieuwe docenten op het Pax Christi College in Druten

Schoolloopbaan: Judith heeft het vwo doorlopen in Holten. Ze wilde na het behalen van haar diploma graag medicijnen gaan studeren maar werd uitgeloot voor deze opleiding. Ze besloot wiskunde te gaan studeren aan de universiteit te Nijmegen. Na een jaar universiteit koos ze voor een lerarenopleiding wiskunde in dezelfde stad.

Loopbaan: Na drieënhalf jaar studeerde ze af en begon ze in 1997 als docent op het Pax Christi College te Druten. Ze heeft tussendoor 10 jaar op het Mondial College in Nijmegen gewerkt om vervolgens in 2017 weer docent te worden op het Pax Christi College.

Waarom heb je gekozen voor een baan als docent?

“Eigenlijk was dat helemaal geen keuze, of in ieder geval niet mijn eerste keus. Ik wilde graag medicijnen studeren maar werd voor deze opleiding uitgeloot. Om een jaar te overbruggen begon ik aan een studie wiskunde in Nijmegen. Ik had een bijbaan waarin ik bijlessen wiskunde gaf aan leerlingen. Dat beviel zo goed, dat ik besloot van richting te veranderen. Het jaar erop heb ik me ingeschreven voor de lerarenopleiding wiskunde. Best opmerkelijk, want in mijn héle familie is er niemand die in het onderwijs werkt!”

Hoe ben je gestart in je huidige baan?

“Ik heb even een ‘uitstap’ gemaakt naar een andere middelbare school omdat dit beter paste bij onze gezinssituatie. Na 10 jaar kreeg ik een telefoontje van een oud-collega op het Pax Christi dat er een vacature vrijkwam voor de functie docent wiskunde. Het begin was toch weer pittig; je moet je plaatsje opnieuw veroveren. Gelukkig waren er veel collega’s die ik nog kende van mijn beginjaren.”

Heb je vroeger docenten gehad die je geïnspireerd hebben? Wat zou je gedaan hebben als je geen docent zou zijn geworden/ zou je wel eens een dagje met iemand van baan willen ruilen?

“Ja, er is iemand die mij heeft geïnspireerd! Ik weet zijn naam niet meer, maar dat was mijn docent wiskunde in 6 vwo. Een wat oudere heer. Ik had wiskunde A en B in mijn pakket, dus ik zag die man soms wel acht tot tien uur per week. Mijn schoolwerk was meestal wel in orde, dus ik kon me iets veroorloven. Zo zat ik eens in de klas met een walkman op om een Olympische wedstrijd van het tien kilometer schaatsen live te volgen. Hij vond dat okay, maar wilde wel dat ik de tijden doorgaf die hij vervolgens op het bord noteerde. Hij gaf zijn leerlingen de ruimte, ook in de klas. En liet ons zijn wie we waren. Precies wat ik ook graag met mijn leerlingen doe.

Als ik geen docent was geworden, was ik kinderarts geworden. En wat me heel leuk lijkt om eens een dag te doen, is meerijden op een ambulance.”

Hoe zouden je leerlingen jou omschrijven?

“Nou, voor deze vraag heb ik even ruggespraak gehouden met mijn leerlingen! Ze vinden me eerlijk en streng maar wel rechtvaardig. En ze vinden over het algemeen: “je weet wat je aan haar hebt”.”

Is er verschil tussen vmbo-leerlingen van toen en van nu?

“Voor mij zijn er geen grote verschillen te zien. Het is een puber en blijft een puber. Het kind is in al die jaren hetzelfde gebleven. Wel zijn er veel meer invloeden van buitenaf, en deze zijn anders dan 25 jaar geleden. De maatschappij is sterk veranderd en sociale media spelen een rol, óók in de klas.”

Wat wil je je leerlingen meegeven?

“Wat ik ze graag wil meegeven is dat ze trots mogen zijn op zichzelf.

Iedereen is anders, en dat is maar goed ook, anders wordt het maar saai in de wereld. Verder vind ik het belangrijk dat ze respect hebben voor elkaar, dat we prettig met elkaar omgaan. Een heel enkele keer is er een leerling die een grote mond heeft; dat tolereer ik niet en die stuur ik uit de klas. Maar als dat één à twee keer per jaar voorkomt, is het veel.”

Wat beschouw je als de grootste veranderingen of ontwikkelingen in het vmbo-onderwijs in de afgelopen 25 jaar? Wat is er veranderd in je rol als docent?

“Ik vind dat er veel bemoeienis is van buitenaf met ons onderwijs. Er staan te veel mensen aan de zijlijn commentaar te geven, om docenten te vertellen hoe je moet omgaan met leerlingen. De regering gooit nogal eens wat bij ons over de schutting. Meestal betekent het dat je veel extra moet administreren en rapportages moet maken. Hierdoor besteed je als docent veel tijd aan allerlei bijzaken; tijd die je liever investeert in je leerlingen.”

Wat is de belangrijkste les die je zelf geleerd hebt in 25 jaar vmbo-onderwijs? Ben je een andere docent dan 25 jaar geleden?

“In al die tijd heb ik mogen leren dat niet alles móet. Je kunt geen perfecte docent zijn. Het hoeft ook niet. Aan het begin van je carrière beschik je nog niet over veel zelfvertrouwen. Je probeert zoveel mogelijk te voldoen aan datgene wat een school van je verwacht. Met de tijd krijg je meer zelfvertrouwen en ervaring wat het werk gemakkelijker maakt. Maar je moet de passie voor dit vak behouden, anders kun je beter voor een ander beroep kiezen.”

Wat is het mooiste aan werken in het vmbo? Kun je een voorbeeld noemen van iets waar je heel blij van werd of waarvan je dacht: daar doe ik het voor?

“Dat is voor mij toch het werken met kinderen. Als ze na de basisschool bij ons terechtkomen heb je vaak een groep kinderen die een ‘knak’ gehad hebben. Meestal niet met de beste ervaringen omdat ze moeite hadden om de lesstof en het tempo van groep 8 bij te houden. Dan heb ik het vooral over de basis- en kader-kinderen. Om die kinderen te zien groeien, en te mogen begeleiden naar een diploma, dat is voor mij het mooiste. Maar ook dat je oud-leerlingen ontmoet of ergens tegenkomt in het dorp; dat contact met hen, dat zijn wel de mooiste momenten.”

Als jij het voor het zeggen had wat zou je dan morgen willen veranderen aan het vmbo?

“Dan zou ik ervoor kiezen om het oude systeem met niveaus A,B,C en D weer te herintroduceren. Dat leerlingen voor verschillende vakken op een hoger niveau examen kunnen doen. Vakken die ze nodig hebben voor een vervolgopleiding.

Verder wens ik dat wiskunde meer een ondersteunend vak mag zijn, en niet leidend is bij Techniek. Dat het beter is afgestemd op praktijkvakken; dat kan nu niet, want ik heb mijn handen vol om de leerlingen klaar te stomen voor het algemene wiskunde-examenprogramma.”

Terugkijkend op de afgelopen 25 jaar, waar ben je dan het meest trots op?

“Vooral op de contacten die ik heb met mijn oudleerlingen. Dat je ze tegenkomt in hun huidige beroep of dat ze ná het examenjaar nog eens even langskomen en vertellen hoe het gaat op het roc. Wat me ook trots maakt en waar ik enorm van geniet, is de jaarlijkse diplomering. Dat met hard werken, tegenslagen en soms mét een traan, leerlingen daar toch staan en trots zijn op hun prestatie!”

Docent Judith Ponsioen

25 jaar docent met passie voor het vmbo