Johan Prenger – afdelingsleider brugklas en docent wiskunde/ natuurkunde van Het Element te Amersfoort #docenten

25 jaar docent met passie voor het vmbo

Terug naar overzicht
Thumbnail

Johan Prenger – afdelingsleider brugklas en docent wiskunde/natuurkunde van Het Element te Amersfoort

Schoolloopbaan: Johan heeft de mavo en de havo doorlopen in Hardenberg. Vervolgens ging hij naar de lerarenopleiding in Zwolle.

Loopbaan: In 1992 begon hij op De Eem in Amersfoort; de school die nu Het Element heet. Johan werkt dus 33 jaar in het onderwijs, op dezelfde school.

Waarom heb je gekozen voor een baan als docent?

“Ik vond wiskunde en natuurkunde heel erg leuk en was er goed in. Dus dat leek me eigenlijk een logische keuze. Het was niet echt een bewuste keuze om docent te worden, maar ik vond het wel leuk om les te geven en vond het geen probleem om voor een groep te staan. En het onderwijs zat een beetje bij ons in de familie; mijn oudste broer zat op de pa (pabo) en een paar nichten werkten al in het onderwijs.”

Hoe kijk je terug op de start in je huidige baan?

“Ik ben in 1992 begonnen op deze school, als docent. Mijn toenmalige vriendin, nu mijn vrouw, werkte indertijd als verpleegkundige in Amersfoort. Zij zei: kom dan naar Amersfoort, daar kun je toch ook een baan vinden? Ik heb toen een brief geschreven naar deze school en ik heb twee gesprekken gehad en werd vervolgens aangenomen. Toen moest ik nog een woning vinden, maar dat lukte vrij snel. Ik was nog niet helemaal afgestudeerd, maar ik wilde niet nóg een jaar wachten met werken.”

Heb je vroeger docenten gehad die je geïnspireerd hebben? Wat zou je gedaan hebben als je geen docent zou zijn geworden?

“Dat waren dan toch zeker mijn natuurkunde- en mijn wiskundedocent. Niet alleen vanwege het vak, maar ook door hun manier van lesgeven. Met structuur, duidelijkheid maar ook met oog voor de menselijke maat. Zó wilde ik ook lesgeven.

Als ik geen docent zou zijn geworden dan had ik wel laborant willen worden, of iets in de medische -of chemische wereld. Dat had me ook heel leuk geleken.”

Hoe zouden je leerlingen jou omschrijven?

“Ik heb nét lesgegeven en ik heb het nog even gevraagd aan de leerlingen. Hoe zou je mij omschrijven? Daar kwam uit dat ze me wel aardig vinden maar soms ook een beetje streng. En ook: maar u bent toch de directeur? Nou, nee niet helemaal. In principe is er bij mij ruimte in de klas voor plezier. En als je de leerlingen laat merken dat je om ze geeft, is er veel mogelijk.”

Is er verschil tussen vmbo-leerlingen van toen en van nu?

“In de kern zie ik geen verschil tussen de leerlingen van toen en nu. De vmbo-leerling is de vmbo-leerling. Misschien zijn ze nu een beetje mondiger en moet je meer moeite doen om ze te overtuigen. Uiteraard is de wereld om hen heen wel sterk veranderd; onder andere door sociale media.”

Wat wil je je leerlingen meegeven?

“Ik wil ze meegeven dat ze mogen zijn wie ze zijn. Ze mogen fouten maken, want daar leer je van. We helpen ze hier op school in een periode van puberteit met veel veranderingen in hun ontwikkeling. Uiteindelijk werken we samen naar dat diploma toe. Soms zijn de grootste boefjes de leerlingen waar je een hele goede band mee krijgt. Die blijft bestaan als je ze in het Amersfoortse later nog eens tegenkomt. Maar ik vind vooral dat ze lekker zichzelf mogen zijn.”

Wat beschouw je als de grootste veranderingen of ontwikkelingen in het vmbo-onderwijs in de afgelopen 25 jaar? Wat is er in jouw vak veranderd of in je rol als docent?

“Als ik dit voor mezelf beoordeel, even los van alle landelijke- en van overheidswege opgelegde veranderingen, dan zie ik vooral een ontwikkeling in de manier van lesgeven. Vroeger was ik vooral bezig met doceren, met het vak, tegenwoordig geef ik korte instructies en loop ik door de klas. Ik help daar waar het nodig is, maar heb vooral een coachende rol. We zeggen onder docenten wel eens dat we tegenwoordig meer ‘social workers’ zijn; dat we ook vooral op het menselijke vlak veel doen. Met leerlingen én hun ouders.”

Wat is de belangrijkste les die je zelf geleerd hebt in 25 jaar vmbo-onderwijs? Ben je een andere docent dan 25 jaar geleden?

“Dat ik vooral moet genieten van de dingen die ik doe en dat ik veel kan betekenen voor leerlingen op school. Dat je ook best schouderklopjes mag uitdelen aan individuele leerlingen, kleine beloningen geven en een leerling zíen. Ik vind nog altijd dat belonen beter werkt dan straffen.

In het begin van je carrière ben je vooral bezig om het vak van docent onder de knie te krijgen. En dat was echt niet altijd gemakkelijk. Maar in wezen, als docent, ben ik in al die jaren niet veranderd. Vanzelfsprekend heb je na zoveel tijd meer ervaring en skills om het werk – gemakkelijker – te doen. Maar als mens en docent ben ik niet veranderd. Ik ben nog steeds dezelfde!”

Wat is het mooiste aan werken in het vmbo? Kun je een voorbeeld noemen van iets waar je heel blij van werd of waarvan je dacht: daar doe ik het voor?

“Wat ik mooi vind is de combinatie van het beleidsmatig bezig zijn voor de collega’s en voor de leerlingen. Maar vooral de leerlingen vind ik mooi in het vmbo. Leerlingen zijn open, eerlijk, direct en op een bepaalde manier kwetsbaar. Ze kunnen niks verbloemen. Die puurheid van de kinderen vind ik het allermooiste.

Iets wat ik speciaal heel mooi vind is de P8klas! op onze school. We bieden kinderen uit groep acht van de basisschool praktijklessen aan. Daar begonnen we tien jaar geleden mee met één leerling en nu ontvangen we zo’n 100 leerlingen op onze school. Speciaal voor kinderen die praktisch zijn ingesteld. Met deze lessen hopen we de motivatie, zelfbeeld en het zelfvertrouwen bij deze leerlingen te vergroten.”

Als jij het voor het zeggen had wat zou je dan morgen willen veranderen aan het vmbo?

“Ik ben niet echt een visionair, dat is niet mijn sterkste kant. We hebben nu natuurlijk een lessentabel met allerlei verplichte vakken. Wat ik graag zou willen is dat we hier creatief mee omgaan, met nog méér praktijklessen en meer keuze daarin voor leerlingen. Gelukkig mogen we hier op onze school al werken volgens dat principe. Zo hebben we keuzewerktijd; dat is drie uur per week les waar leerlingen keuze hebben in avo en creatieve vakken. Daarnaast is er keus in zes lesuren voor de beroepsgerichte lessen. Je ziet dat vmbo-leerlingen meer gebaat zijn bij praktijk.”

Terugkijkend op de afgelopen 25 jaar, waar ben je dan het meest trots op?

“Ik ben trots op de leerlingen en mijn collega’s en dat we in al die tijd duizenden leerlingen trots hebben gemaakt op henzelf. Dat leerlingen het gevoel hadden en kregen: ik kan iets, ik ben iemand, ik hoor erbij en ik beteken iets voor onze maatschappij. Da’s mooi toch?”

Docent Johan Prenger

25 jaar docent met passie voor het vmbo