Richard Koot – docent PIE op de Meerwaarde in Barneveld #docenten
25 jaar docent met passie voor het vmbo

25 jaar docent met passie voor het vmbo
Schoolloopbaan: Richard heeft zijn mts-diploma gehaald in Hilversum en is daarna direct door naar de hts (Utrecht) gegaan om een opleiding elektrotechniek te gaan volgen. Al na een maand voelde hij dat deze opleiding niet bij hem paste. Hij miste daar het menselijke contact en zag meer in een opleiding waarmee hij uiteindelijk met mensen zou gaan werken. Dat deed hem besluiten te kiezen voor een opleiding docent elektrotechniek aan de PTH in Zwolle; inmiddels is dit de Hogeschool Windesheim.
Loopbaan: Richard is in 1994 begonnen als docent wiskunde, en daarna elektrotechniek, op het Nova-college in Amsterdam. Na tien jaar is hij naar het Echnaton in Almere gegaan om daar als docent elektrotechniek zijn carrière te vervolgen. Na een jaar of 10 is hij overgestapt naar Het Perron te Veenendaal en vanuit deze functie is hij uiteindelijk in zijn huidige baan terechtgekomen.
“Nadat ik was gestopt met de hts heb ik contact gezocht met een docent van mij op de mts. Hij opperde het idee om een docentenopleiding te volgen omdat hij dacht dat dit beter aansloot bij mijn verwachtingen.”
“Ik ben sinds 2022 werkzaam als docent PIE op deze school nadat ik een jaar of twaalf in Veenendaal heb gewerkt. De reden? Na een bepaalde tijd wil ik wel weer eens iets anders. In Veenendaal gaf ik les op het mbo én het vmbo; die combinatie was behoorlijk pittig. Een collega op de Meerwaarde nodigde mij uit eens te komen kijken en praten om te zien of de Meerwaarde misschien iets voor mij was. Er was een vacature docent PIE en ik ben vrij snel na een eerste kennismaking aangenomen.”
“Dat was een docent op de mts. Hij is degene die mij adviseerde docent te worden nadat ik de hts had verlaten. Dat ik iets in elektrotechniek wilde gaan doen was voor mij al vrij snel duidelijk. Als ik geen docent zou zijn geworden zou ik misschien wel iets in de sport, in de atletiek, hebben willen doen. Maar in die tijd werd je toch vooral aangemoedigd verder te studeren, dus de sport is een beetje op de achtergrond geraakt, ook door tijdgebrek.”
“Ik denk dat ze me vooral een betrokken docent vinden en me daarnaast zien als een organisator. Ze zoeken me graag even op voor een praatje. Ik vind het belangrijk de leerlingen te zien en te respecteren voor wie ze zijn.”
“Ja, ik zie uiteraard wel verschillen. De tijd en de maatschappij zijn enorm veranderd waardoor ook de leerlingen zijn veranderd. De mobiele telefoon heeft natuurlijk een enorme invloed op onze leerlingen maar ik zie dat sinds het telefoonverbod op onze school, leerlingen zich ook weer anders gaan gedragen. Zo is er nu meer contact tussen leerlingen, in de pauzes en tussen de lessen door. Ze raken weer met elkaar in gesprek en dat laat zien dat ze heel goed in staat zijn mee te bewegen met veranderingen.”
“Ik wil ze graag meegeven dat ze goed zijn zoals ze zijn. Alle kwaliteiten die ze hebben zijn belangrijk, we zijn allemaal radertjes in een uurwerk en ieder radertje is van belang voor de werking van het uurwerk. Ik benadruk altijd dat je ertoe doet, wat anderen daar ook van vinden of zeggen. Dat is inderdaad een gevoel dat ik heb meegenomen van mijn eigen schooltijd: dat iemand aandacht voor je heeft en dat je soms niet meer kan doen dan je best. Soms is ‘gewoon je best doen’ voldoende.”
“Dan denk ik toch vooral aan de sectoren, de profielen die er nu zijn en de aandacht voor LOB. Vroeger gingen leerlingen naar de lts en werden ze opgeleid tot vakmensen, om daarna te gaan werken. In de loop der tijd is dat veranderd naar een tendens dat leerlingen zich moeten kunnen oriënteren op hun talenten. Dat ze de mogelijkheid geboden wordt om te onderzoeken en ervaren wat hen het beste past en waar ze goed in zijn.
Dat betekent een verandering van mijn rol als docent; ik ondersteun leerlingen met het kiezen van een goede richting. Door hen te laten ervaren welke richting goed past bij hun interesses en talenten. Ik ben nu meer een coach in het leslokaal dan een vakdocent. Er zit een heel stuk LOB in je les dus zijn mijn lessen in 25 jaar ook inhoudelijk anders geworden.”
“Ik heb geleerd om meer te leren kijken naar de achtergrond van een leerling. We mopperen nogal eens op onze leerlingen omdat ze moeilijk in de klas zijn, maar dat is vaak onterecht. Al onze leerlingen hebben een verhaal en ik als docent moet daar rekening mee houden.
En ja, vanzelfsprekend ben je een andere docent dan aan het begin van je carrière. Je bent als pas afgestudeerde nog een groentje en moet nog veel leren; je bent vooral bezig het vak te ontdekken. Je leert van collega’s. Zo groei je als docent.”
“Het mooiste vind ik dat ik elke dag mag werken met leerlingen en met hen samen dingen mag beleven. Een voorbeeld waar ik heel blij van werd is de organisatie van schoolfeesten op de school in Almere. De leerlingen zelf werkten daar keihard aan, ze vonden het geweldig om dat te organiseren. Ze waren heel erg gemotiveerd; niet alleen tijdens het opbouwen maar ook na afloop, met het opruimen. Dat is helemaal hun wereld. Ik vind het prachtig om dat samen met hen te mogen doen.”
“Dan zou ik ervoor kiezen om nog meer te gaan samenwerken met het bedrijfsleven. Onze leerlingen willen vooral praktisch bezig zijn, dat is veelal hun manier van leren. Ik, als docent, weet simpelweg te weinig van de ontwikkelingen op de werkvloer. Ik weet dat er heel veel kundige mensen in bedrijven werken die onze leerlingen heel goed iets kunnen leren. Eigenlijk vind ik dat we het bedrijfsleven moeten gaan zien als een stukje leslokaal, als een verlengstuk van onze opleidingen.”
“Dat is een moeilijke vraag! Ik ben vooral trots op het feit dat ik deze kinderen les mag geven. Dat ik mag meewerken aan de ontwikkeling van deze kinderen en dat ze mogen zijn wie ze zijn: een gewaardeerd medemens.”