Als het erin zit, komt het er echt wel uit #artikelen
Teamleider Franca Lentz over de meerwaarde van het praktijkgerichte programma voor leerlingen in de theoretische leerweg.
Teamleider Franca Lentz over de meerwaarde van het praktijkgerichte programma voor leerlingen in de theoretische leerweg.
Eigenlijk wilde ze onderzoeker worden. Maar toen ze naast haar kopstudie biologie eenmaal lesgaf op een mbo en een categorale mavo ontdekte ze: onderwijs is het hélemaal. Inmiddels is ze meer dan 20 jaar verbonden aan Singelland VHS, waarvan de laatste vier jaar als teamleider tl bij de vmbo-school in Drachten. In gesprek met Franca Lentz, initiatiefnemer en warm pleitbezorger van de praktijkgerichte programma’s, in nauwe verbinding met de beroepsgerichte profielen van de school.
“Op Singelland VHS gebruiken we de term ‘mavo’ bij voorkeur niet”, vertelt Franca. “Dat doet afbreuk aan de intentie dat we met z’n állen vmbo zijn. De term ‘mavo’ benadrukt de aansluiting met de havo en suggereert een afstand met de beroepsgerichte leerwegen. Terwijl het juist zo mooi is dat we hier al die leerlingen én faciliteiten bij elkaar hebben. Het praktijkgerichte programma in de tl versterkt dat en is enorm populair.” De VHS is ontstaan door een fusie van afzonderlijke locaties, met verschillende culturen en denkwijzen. “Het heeft best even geduurd, maar we zijn er heel goed in geslaagd om met de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen en de theoretische leerweg gezamenlijk één vmbo te vormen.
Het schoolmotto ‘Talent in ontwikkeling’ komt onder meer tot uitdrukking in de dakpanklassen van de VHS: basis-kader, kader-tl en tl-havo. Franca: “In deze omgeving wordt voorzichtig geadviseerd. De laatste jaren hadden we een aantal zakkers voor het tlexamen. Ik was benieuwd of het ‘kansrijk bevorderen’ wat we hier doen, daar een rol in speelt. Een leerling kan bijvoorbeeld van de basisberoepsgerichte leerweg doorstromen naar kader 2 en vervolgens naar 3 tl. Maar uit onze analyse bleek, dat het gros van de zakkers havo/vwo-leerlingen zijn die in de tl instromen en – waarschijnlijk – een motivatieprobleem hebben.”
In 2020 en amper twee weken in functie als teamleider vraagt ze subsidie aan voor een praktijkgericht programma (pgp). “Met een beroepsgericht programma geef je leerlingen een beter beroepsbeeld en een opleidingsbeeld. Daardoor kunnen ze een bewuste keuze maken voor een mbo-opleiding en zal de uitval afnemen. We doen het natuurlijk ook omdat het voor de tl-leerlingen fijn is om praktisch bezig te zijn. Dat misten ze. Er waren leerlingen die om die reden van 2 tl switchten naar de derde klas kader.”
“HOE MOOI ZOU HET ZIJN ALS HET PGP IN DE HAVO EEN VERVOLG ZOU KRIJGEN!”
- Franca Lentz
Het praktijkgericht programma is niet voor niks verplicht op Singelland VHS: “De skills die je opdoet in een praktijkgericht programma zijn waardevol voor de rest van je leven, vanwege de kennismaking met bedrijven, de presentatievaardigheden die je opdoet en vanwege de verbinding met basis- en kaderleerlingen. Die verbinding begint al in de eerste klas bij de talentlessen. Daarin kunnen leerlingen kiezen wat ze leuk vinden of waar ze nieuwsgierig naar zijn, van filosofie tot MasterChef VHS. In die lessen zitten alle leerlingen door elkaar. Dat beïnvloedt niet alleen de sfeer in de school, maar ook hoe er over elkaar gedacht wordt.”
De school heeft aardig wat veranderingen doorgemaakt. Het aantal profielen is teruggebracht tot vijf, namelijk BWI, PIE, Z&W, HBR en D&P. De gemengde leerweg met het programma D&P is opgeheven. “Vanwege het kleine aantal basis- en kaderleerlingen bij BWI en PIE hebben we vier jaar geleden tl’ers in klas 3 aangeboden om vier uur
een beroepsgericht programma mee te volgen; voor een certificaat en buiten het curriculum om. De tl’ers vonden dat ‘extraatje’ fantastisch! Zo wist ik dat er animo voor praktijkgerichte programma’s bestond. Het jaar erna zijn we meteen gestart met het praktijkgerichte programma Z&W, terwijl de vierde klas nog een jaar een beroepsgericht programma bij een van de vijf profielen volgde voor een certificaat. Op dat moment hadden we eigenlijk geen gl meer nodig.”
Als tweede pgp koos de school voor BWI, omdat dat in de keuzes van leerlingen een forse tegenhanger vormt. “BWI vormde een goede toevoeging, omdat het profiel zich richt op een ander type leerling en in onze regio niet aangeboden wordt. Bovendien hadden we een docent in huis die het dolgraag wilde geven. Omdat PIE nu ook graag wil aansluiten, bieden we vanaf komend schooljaar voor PIE en BWI samen het programma TIV aan, naast Z&W, D&P en HBR.”
Leerlingen volgen in de derde en vierde klas wekelijks vier aaneengesloten uren een pgp. In de eerste zes tot acht weken leren ze een aantal beroepsgerichte vaardigheden en oriënteren ze zich op de gekozen richting. De ervaring met BWI wees uit dat materialenkennis en omgaan met gereedschappen nodig is.
Na deze eerste periode starten tl’ers met verschillende projecten, soms met de school als opdrachtgever, soms met een opdrachtgever van buiten. Neem de Health Hub Roden: een omgeving waarin bedrijven en studenten, van het mbo tot en met de universiteit, samenwerken.
“Onze leerlingen krijgen een casus, waarin ze aanpassingen bedenken voor iemand die bijvoorbeeld vanwege een ongeval extra hulp nodig heeft. Die casus werken ze op school uit. BWI heeft een interactieve plattegrond gemaakt voor een kinderboerderij. BWI-leerlingen maken, in opdracht van Bouwmensen, met de basis- en kaderleerlingen een tiny house. Leerlingen presenteren hun eindproduct aan de opdrachtgever en voor hun examen reflecteren ze op hun programma en vervolgkeuze.”
Tl’ers volgden voorheen hun praktijkgericht programma tegelijk met de beroepsgerichte uren van basis- en kaderleerlingen, begeleid door een andere docent, vertelt Franca. “Nu de aantallen groter zijn, stappen we volgend jaar over op aparte uren. Alle beroepsgerichte docenten die een praktijkgericht programma verzorgen, zijn korter dan vijf jaar aan de school verbonden en hebben een frisse kijk op het programma. In een praktijkgericht programma zijn docenten meer coach dan lesgever, werken ze projectmatig en zijn ze op een andere manier met buitenschools leren bezig dan bij stages. Beroepsgerichte docenten merken verschillen tussen tl’ers en basis- en kaderleerlingen: de eerste groep heeft behoefte aan meer context: ‘Waarom gaan we dit maken en wat is het doel van deze opdracht?’
Tl’ers gaan met veel plezier naar de pgp-uren. Al is het pgp nog best theoretisch, de faciliteiten op school bieden veel mogelijkheden en er is veel vrijheid om eigen keuzes te maken. Daardoor kunnen ze bewuster kiezen. Van de acht tl’ers die tussen 2021-2023 een extracurriculair PIE programma volgden, zijn er vier doorgestroomd naar een middenkader engineering opleiding op mbo4-niveau. Dat was anders nooit gebeurd! Je ziet leerlingen groeien. Het kan niet anders dan dat de kloof tussen de praktische vaardigheden van tl’ers in het mbo en die van hun medestudenten met een kaderachtergrond kleiner is geworden.” Landelijk onderzoek naar de praktijkgerichte programma’s constateert dat het praktijkgericht programma nog weinig bewust bijdraagt aan LOB. “We hebben bij alle pgp’s een goede uitwisseling met Firda, het mbo in Friesland. Zo voert de helft van de BWI’ers om beurten gedurende tien weken opdrachten uit op de mbo-locatie. Bij Z&W oriënteren leerlingen zich in het eerste pgp-jaar zes weken op alle zorgopleidingen in het mbo. Het jaar erop bespreken ze in welke opleidingen ze zich willen verdiepen. In de eindpresentatie voor hun examen reflecteren alle leerlingen op het gevolgde programma en op hun vervolgkeuze.”
Het pgp is écht een aanwinst, zegt Franca. “Het mbo is gaan inzien dat een pgp een kans vormt om tl’ers binnen te halen. In de beginfase was het meer een ‘gunst’ die ze ons verleenden; die houding is er niet meer. Ik hoop ook dat het pgp snel serieus wordt genomen op de havo en dat men de meerwaarde ziet. Dus niet: ‘je mist een avo-vak.’ We hebben nu een paar leerlingen die negen vakken volgen om maar te zorgen dat ze een goede aansluiting hebben. Leerlingen hebben allemaal doorstroomrecht en alle kansen om de havo succesvol af te ronden. En hoe mooi zou het zijn als het pgp in de havo een vervolg zou krijgen!
Voor veel jongeren is de route van vmbo via het mbo naar het hbo een prachtige route, die ze prima aankunnen. In de eerste jaren van het vmbo hebben ze daar vaak wat ondersteuning bij nodig. Die bieden we hier op school. We moeten kansrijk blijven kijken, óók naar de havo en zeker voor laatbloeiers. Uiteindelijk gaat onderwijs niet over cijfers, maar over of een jongere op de goede plek zit. Je sluit hier niks uit: er zijn zoveel kansen om door te stromen en je door te ontwikkelen. Als het erin zit, komt het er echt wel uit!”