“LOB hoort in het DNA van een vmbo-school” #artikelen

Inge Kirsten, drager van de Prof. Johan van der Sanden-erepenning.

Terug naar overzicht
Thumbnail

“LOB hoort in het DNA van een vmbo-school”

Decaan en LOB-expert Inge Kirsten, drager van de Johan van der Sanden-erepenning, zag de afgelopen jaren de aandacht voor Loopbaanoriëntatie en -begeleiding toenemen. Toch mag er nog wel een tandje bij, vindt ze, want juist door levensecht praktijkervaringen snappen leerlingen waarvóór ze eigenlijk leren, en dat inzicht is cruciaal voor de motivatie. “Als leerlingen weten wat ze willen, volgen de cijfers vanzelf.”

Met de komst van het vmbo in 1999 deed ook Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) zijn intrede in het curriculum. Vmbo-leerlingen werden immers niet langer direct opgeleid voor een vak, maar kregen de kans zich breed te oriënteren op een vervolgopleiding. Door stages en andere praktijkervaringen konden leerlingen ontdekken waar hun talenten en voorkeuren lagen, en een gemotiveerde keuze maken voor een vervolgopleiding op het mbo. Daar hoorde ook begeleiding bij.

Docent Engels, decaan en loopbaanadviseur Inge Kirsten was destijds een van de eersten die ijverden voor de invoering van LOB op haar school, het Buitenhout College in Almere, en bleef zich in de jaren daarna inspannen voor een centrale rol van LOB binnen het curriculum. In 2011 ontving ze de Johan van der Sanden-erepenning voor haar verdiensten voor het vmbo-onderwijs.

Bij LOB gaat het om vijf loopbaancompetenties: kwaliteiten- en motievenreflectie, loopbaansturing, netwerken en werkexploratie. Welke vind jij eigenlijk het belangrijkste?

“Kwaliteitenreflectie, daar begint het mee. In Nederland kunnen we vaak moeilijk benoemen wat onze kwaliteiten zijn. Daarom stel ik de vraag naar kwaliteiten niet alleen aan de leerling zelf, maar ook aan medeleerlingen: ‘Jij kent haar goed, noem eens een aantal kwaliteiten op waarvan jij vindt dat zij die in huis heeft?’ Ik vraag het ook aan ouders: ‘Welke kwaliteiten vindt u passen bij uw kind?’ De leerling heeft dan al een aantal kwaliteiten van zichzelf benoemd, en hoort het nu van anderen. Een leerling zei na afloop van zo’n LOB-gesprek: ‘Mevrouw, ik heb nog nooit zo’n leuk gesprek gehad op school. Want meestal is het over de cijfers en nu ging het over míj.’”

“LOB MAAKT HET VERSCHIL.”

- Inge Kirsten

Dat zegt al iets over de meerwaarde van LOB.

“LOB gaat over het leer- en loopbaanproces van de leerling en dat is de kern van het onderwijs. Zeker op het vmbo hoort het in het dna van een school. Leerlingen moeten leren om een krachtige keuze te kunnen maken voor hun vervolgstappen. Dus hoe kunnen we die leerlingen een rugzakje meegeven met alles wat ze weten over zichzelf, zodat ze ook helder kunnen vertellen waar ze goed in zijn en wat ze belangrijk vinden, als ze bijvoorbeeld bij een intake bij het mbo komen? Of zodat ze op een familiefeestje aan oma kunnen vertellen: ‘Ik ga dieen-die opleiding doen, omdat het op deze manier bij mij past en omdat ik het om deze reden belangrijk vind’?

Voor het beroepsbeeld en de motivatie van leerlingen zijn die praktijkervaringen binnen LOB enorm belangrijk. Ik heb eens een leerling gehad die erbarmelijke cijfers haalde. Die ging op stage en kwam terug met een duidelijk toekomstbeeld: hij had een vervolgopleiding uitgezocht en wist precies welk werk hij later wilde gaan doen. De cijfers gingen daarna meteen omhoog, want nu wist hij waaróm hij zijn diploma wilde halen. Niet alle leerlingen hebben zo’n plotseling inzicht, maar geef ze in ieder geval de ruimte om verschillende praktijkervaringen op te doen. Op het vmbo doen we dat natuurlijk al in een praktijkgericht programma en ook bij basis en kader worden veel praktijklessen gegeven. Maar laat leerlingen die praktijk ook ervaren búiten de school.”

Wat is er de afgelopen 25 jaar veranderd in de positie van LOB?

“LOB staat nu veel duidelijker op de kaart bij het ministerie, bij docenten en schooldirecties dan in de beginperiode. Het bedrijfsleven wil ook graag meewerken, dat was twintig jaar geleden absoluut minder. We hebben nu een groot tekort aan technisch

personeel en aan zorgpersoneel, dat speelt mee. Iedereen ziet wel in dat het belangrijk is om leerlingen te laten ervaren wat het is om in de zorg of in een technisch beroep te werken, zodat ze een idee krijgen van hoe het er echt uitziet.”

Toch is LOB nog lang niet op alle scholen verankerd in het curriculum. Wat is daarvoor nodig?

“Tijd. Niet alleen voor mentoren en decanen om leerlingen goed te kunnen begeleiden, maar ook tijd van de directie. Om LOB binnen school goed op de kaart te zetten, zul je regelmatig samen moeten nadenken over het doel van je onderwijs.

Waar willen we als school naartoe? Welke ambities hebben we? Hoe willen we het bedrijfsleven betrekken bij onze school? Hoe bereiden we onze leerlingen goed voor naar een vervolgstap op het mbo of op de havo, of een leerwerktraject?

Als dat duidelijk is, worden LOB-activiteiten ook opgenomen in het schoolplan, en gaan ze voor iedereen op school leven. Dan wordt het ook één verhaal. Nu heb je op veel scholen bij techniek een aparte projectleider voor activiteiten in het kader van Sterk Techniekonderwijs, en iemand anders die iets doet met praktijkervaringen bij Zorg en Welzijn. Het zou mooi zijn als je dan samen de verantwoordelijkheid pakt om die activiteiten als onderdeel van LOB goed uit te rollen binnen de school.

Die borging is cruciaal. Er zijn de afgelopen jaren veel activiteiten opgezet waarvan iedereen het erover eens is dat die door moeten gaan, en niet afhankelijk moeten zijn van enthousiaste mensen of extra financiën. Borging kan door LOB op te nemen in het schoolplan en in de begroting van de school.”

Inge Kirsten

Inge Kirsten is ruim 35 jaar actief in het onderwijs, met als specialisatie Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Ze is onder meer decaan bij het Buitenhout College in Almere en als expert verbonden aan de Loopbaangroep. In 2011 ontving ze de Prof. Johan van der Sanden-erepenning voor haar verdiensten voor het vmbo-onderwijs.

Je bent niet alleen decaan en loopbaanbegeleider maar ook onderwijsadviseur en verbonden aan de Loopbaangroep. Wat zijn op dit moment volgens jou relevante ontwikkelingen als het gaat om de toekomst van LOB?

“Ik ben op dit moment vooral aan het zoeken naar de verbinding. Hoe kunnen we LOB verbinden met al die andere initiatieven die ook gericht zijn op het loopbaanproces van de leerling, zoals STO en regionale initiatieven op het gebied van Zorg en Welzijn? Als het lukt om daar één duidelijk verhaal van te maken, zou dat zo fijn zijn. Verder blijven we druk bezig met een Leven Lang Ontwikkelen.

Waar je vroeger een beroep koos tot aan je pensioen, kies je nu meer voor wat je de komende twee jaar gaat doen. LOB is dan ook niet alleen relevant voor leerlingen en studenten, maar ook voor

volwassenen die al een tijdje aan het werk zijn. Bedrijven, scholen en andere organisaties zouden dat ook gewoon op kunnen pakken. Want zolang medewerkers zich blijven ontwikkelen, blijft het werk uitdagend en zijn ze gemotiveerder.”

Geldt dat voor jou persoonlijk ook?

“Ik vind LOB nog steeds even leuk en ben nog even fanatiek als dertig jaar geleden. Ik hou in de gaten wat er speelt en ik blijf mezelf ook continu ontwikkelen. Dat laatste gun ik iedereen, binnen en buiten het onderwijs. Als je gelukkig bent in je werk, ben je ook gelukkiger in je privéleven – en omgekeerd: als je niet gelukkig bent met je werk, krijgt je privéleven daar ook een klap van. Dus hoe zorg je dat je jezelf af en toe een update geeft? Het gaat uiteindelijk om de basisvragen: ‘Wat past bij mij, wat wíl ik nu eigenlijk en hoe word ik gelukkig in mijn werk?’ Ik gun het iedereen om daarover na te denken, en om zich een leven lang te blijven ontwikkelen.”

Inge Kirsten is drager van de Prof. Johan van der Sanden-erepenning

Inge Kirsten ontving in 2011 de Johan van der Sanden-erepenning als voorvechter van LOB. Ze denkt met plezier terug aan de geheimzinnigheid rond de uitreiking. Ze werd destijds naar de SPV-managementbijeenkomst gelokt door LOBonderzoeker Marinka Kuijpers.

“Zij had zogenaamd iemand nodig die iets kon vertellen over de LOB-training voor docenten die we samen hadden opgezet. Ik vond het spannend om zo’n zaal toe te spreken en we kwamen ook nog in een file terecht, ik ben drie keer bijna terug naar huis gereden.

Maar mijn man Peter (onderwijsbestuurder Peter van Gelder, red.) drong aan, hij was destijds ernstig ziek en wilde heel graag nog een keer naar de managementbijeenkomst.

Tijdens het voorlezen van het juryrapport, over het belang van loopbaanbegeleiding, dacht ik nog: ‘Wat leuk voor de decanen!’ Het was een complete verrassing dat ik zelf naar voren werd geroepen. Ik voelde me echt de afgevaardigde namens alle decanen en ik was super, supertrots. Het was ook zo fijn dat Peter erbij was. Hij had zelf tijdens zijn opleiding nog les gehad van Johan van der Sanden. Ook hij kon alleen maar uitbrengen ‘Wat is dít gaaf!’”

Meer weten?

We spraken Inge Kirsten eerder over LOB in de aanloop naar de nieuwe leerweg. Ze vertelde onder meer over hoe LOB op het Buitenhout College vorm krijgt, en waar ze kansen ziet voor meer samenwerking met mboscholen. Het interview lees je hier.

Interview met Inge Kirsten

Inge Kirsten, drager van de Prof. Johan van der Sanden-erepenning.