“Mijn droom is uitgekomen” #artikelen

Jenny Oldenhuis over het belang van praktijkgericht onderwijs voor alle leerlingen.

Terug naar overzicht
Thumbnail

“Mijn droom is uitgekomen”

“Deze school bestaat 65 jaar, net als ikzelf”, lacht Jenny Oldenhuis, directeur van NXT Maarsbergen en Doorn: ‘een school voor dromers, denkers en doeners van nu én de toekomst.’ Aan stoppen gaat ze pas denken als de vakhavo-leerlingen, die nu in de vierde klas zitten, op weg zijn naar hun eindexamen op deze school. Een terugblik op een loopbaan met onderwijsinnovatie als rode draad.

“Ik begon als jonge meid in een zogenaamde ‘Klutsklas’ voor de kleutergroepen en de eerste klas van de lagere school; een experiment voorafgaand aan de introductie van het basisonderwijs”, vertelt Jenny. Na 10 jaar nam ze – inmiddels waarnemend schoolhoofd – afscheid en maakte de overstap naar het schippersonderwijs in Zwolle: een school met 80 procent schipperskinderen van wie de ouders door de week voeren en 20 procent ‘walkinderen’. ‘Fantastisch om zo’n totaal andere wereld mee te maken’, zegt ze, al kan ze nog steeds met enige huivering terugdenken aan de huisbezoeken die ze aflegde via smalle loopplanken.

Superschool

Ze werd gevraagd geschiedenislessen te verzorgen aan een vbo-school en raakte vervolgens betrokken bij de voorbereidingen voor het vmbo en de fusies waaruit Talentstad Beroepscollege is voortgekomen. “Ook weer zo’n snoeptuin om te mogen werken!” Van teamleider werd ze schoolleider. Met nog een tussenstap op een innovatieve vo-school in Nijkerk, in een positie die naar haar smaak te ver afstond van het onderwijs, kwam ze op de school in Maarsbergen terecht.

Een uitdaging van een andere orde, want met een beoordeling ‘zwak’ zat de school in de problemen: ‘Het is 5 over 12’, constateerde de Inspectie. De school werd onder meer bezocht door leerlingen die niet meer thuis konden wonen. Ze woonden op het terrein waar de school ook staat. Het docententeam voelde zich daardoor meer ‘speciaal onderwijs’ en legde zich vooral toe op het ‘pamperen’ van leerlingen die het in hun ogen al moeilijk genoeg hadden. “Dat klopte natuurlijk ook, maar we waren ook een vmbo-school.”

Tegen de collega’s zei ze: “Ik ben hier nieuw, maar we gaan hier wel de beste school van maken.” Met de motivatie die loskwam stond de school binnen twee jaar op ‘voldoende’ en kreeg ze nog een aantal

jaren later de kwalificatie ‘superschool’ in Elseviers Weekblad. Bepaald niet onbelangrijk voor de naam van de school, die voorheen als ‘boefjesschool’ te boek stond.

Elkaar ontmoeten Bij haar kennismaking met het Vakcollege-concept wist ze meteen: ‘Dit past perfect.’ “Op open dagen zagen kinderen de prachtige praktijklokalen van de school, maar mochten daar pas in hun derde jaar voor kiezen. Dat hebben we veranderd naar het eerste jaar. Ook voor de beroepsgerichte docenten, veelal zij-instromers uit bedrijven, is dat geweldig, omdat ze in hun programma ruimte hebben om te verbreden, versmallen of te verdiepen. Onze BWI-docent biedt alle 23 keuzevakken van BWI aan.”

De school zit in een groene omgeving en is ruim behuisd, met grote praktijklokalen (met in het Mobiliteit en Transportlokaal naast diverse auto’s een knaloranje vrachtwagen) en een eigen NXT-restaurant, waar HBR-leerlingen een lunch bereiden en serveren voor bezoekers van buiten.

“Voor mij is de samenvatting van 25 jaar vmbo: vroeger moesten de leerlingen hierheen, nu willen ze naar deze school”, vervolgt Jenny. Bijzonder: alle 465 leerlingen van de school, of ze nu de basis, kader, gemengde, theoretische leerweg of – sinds kort – vakhavo doen, volgen in de onderbouw precies dezelfde opleiding. “Daarin schuilt voor mij een belangrijk ideaal, namelijk dat leerlingen elkaar allemaal ontmoeten en van elkaar kunnen leren.”

Enthousiast vertelt ze over een Belgische school waar de timmerman en de architect bij elkaar in de klas zitten. “Er wordt wel veel gepraat over het negatieve imago van het vmbo, maar dat verander je niet met praten. Je moet het ouders en kinderen laten zíen: ‘Fantástisch dat je kind hier naar school wil, kijk of dit je school is en draai gerust een paar dagen mee.’ Het beeld is nu aan het kantelen en daar word ik superblij van!”

“ER WORDT WEL VEEL GEPRAAT OVER HET NEGATIEVE IMAGO VAN HET VMBO, MAAR DAT VERANDER JE NIET MET PRATEN: LAAT GEWOON ZIEN HOE GOED WE ZIJN!

Jenny Oldenhuis

Verbinding theorie en praktijk

Het Vakcollege NXT Maarsbergen biedt twee vakroutes aan: de vakroute Techniek en de vakroute Mens & Dienstverlenen. In leerjaar 1 hebben leerlingen 4 uur les in elke route en leren ze algemene vaardigheden, technieken en technologie. In januari mogen ze kiezen voor 8 uur per week Techniek of Mens & Dienstverlenen.

Ben je er nog niet uit, dan houd je de combi nog even aan. In het derde leerjaar kristalliseert zich dat uit in de beroepsgerichte vakken, waarin de leerlingen in het derde jaar examen afleggen. Binnen de techniek is de keuze tussen BWI, M&T of PIE. Wie de route Mens & Dienstverlenen kiest, volgt het profiel HBR. Het vierde leerjaar is voor lintstages, keuzevakken en eventueel een extra (keuze)vak.

Negen jaar is ze bezig geweest om de vakhavo voor elkaar te krijgen. Al vóór de school een havo had vroeg ze de pilot aan, die werd toegekend. Een collega uit Maarsbergen en een collega teacher leader uit Doorn zijn nu samen met het havo-team het curriculum voor de vakhavo aan het ontwikkelen; zowel het beroepsgerichte vak als alle avo-vakken, en nodigen docenten/ experts van buiten uit om mee te denken over de verbinding tussen theorie en praktijk. “Groei is niet ons eerste doel. Maar in het verleden hadden we op open dagen huilende kinderen met een havo/vwo-advies, die heel graag hier op school wilden komen. Die konden we alleen een kaderprogramma bieden. Nu hebben we een echt aanbod op niveau voor alle leerlingen.”

In de eerste klas zitten alle leerlingen in dakpanklassen en in de tweede klas volgen ze allemaal de carrousel langs alle profielen. In de derde klas doen de tl-leerlingen het praktijkgerichte programma ‘Techniek en Innovatief Vakmanschap’ en draaien de havoleerlingen daarin mee. In de vierde zoeken de havo-leerlingen de verdieping op in het nieuwe beroepsgerichte vak voor de havo. “In de theoretische leerweg gaan we een praktijkvak HBR ontwikkelen”, vertelt Jenny. Zo wordt het programma steeds completer.

Meer bagage

Al ruim 10 jaar neemt Jenny deel aan netwerken met het mbo. ‘Stuk voor stuk zijn de omliggende mbo-instellingen goede partners met fantastische medewerkers, maar het ontwikkelen van een doorlopende route lukt ze niet’, zegt ze: “Het is geen onwil. Ze willen best, maar de programma’s in vmbo en mbo zijn los van elkaar ontwikkeld en te verschillend, met andere benamingen. Ik heb er veel energie in gestopt. Nu zijn we op het punt dat we het versnellen als doel loslaten, en in plaats daarvan focussen op verdieping, zodat onze leerlingen in alle opzichten meer bagage meekrijgen.”

“Veel oud-leerlingen komen terug naar school om te vertellen hoe het met ze gaat. De beginperiode op het mbo vinden ze soms saai,

vanwege dubbelingen in de stof. Ze moeten wennen aan een andere organisatiestructuur. Het valt wel op dat onze leerlingen nauwelijks van opleiding switchen. Ze hebben dus echt de kans gehad om goed te onderzoeken wat ze willen. Het is ook fantastisch om oud-leerlingen terug te zien die hier best wat moeite hadden om gemotiveerd te raken, maar nu echte vakmensen geworden zijn, zoals ‘de beste stukadoor van Nederland!’”

Doorgroeien

“We hebben de tijd mee. Iedereen heeft het nu over vakmanschap. Ik snap best dat de politiek pleit voor uitstel van keuze. Maar vergeet niet dat een grote groep leerlingen in het basisonderwijs ongelukkig is, omdat ze alleen theoretische vakken hebben. In het basisonderwijs worden alle leerlingen al in niveaus ingedeeld. Dat doet wat met je zelfbeeld. Hier kan een leerling de beste zijn op het eigen niveau. En ik geloof oprecht dat leerlingen júist via deze route kunnen doorstromen. Nederland wordt niet slimmer; ouders willen hun kinderen meteen geplaatst zien op een hoger niveau. Geef kinderen de ruimte om te groeien en te stapelen, dan komen ze wel op dat hogere niveau!”

De Landelijke Vereniging van Vakcolleges is opgeheven: “Onze missie is volbracht”, zegt Jenny. “Het belang van praktijk hebben we zichtbaar gemaakt. Door Sterk Techniekonderwijs (STO) is er extra geïnvesteerd. Daarnaast gaven docenten aan dat ze betrokken zijn binnen STO en daar ook uitwisselen en professionaliseren.”

Status beroepsgericht vak

“Voor het vmbo vind ik het van belang dat de gemengde leerweg met vijf theoretische vakken en een beroepsgericht vak blijft bestaan. Natuurlijk is het mooi dat er nu een praktijkvak in de theoretische leerweg is. Nu is er discussie of dat vak het zevende vak moet zijn of – voor tl-scholen zonder beroepsgerichte leerwegen – een achtste vak. Mijn grootste wens is dat het beroepsgerichte vak de status en de weging krijgt die het verdient. Dat gaat ook helpend zijn in de discussie over ‘je moet naar het vmbo’ versus ‘je mag naar de havo’: iedereen heeft namelijk een beroepsgericht vak nodig. We moeten ophouden met praten over hoe belangrijk het is: men komt er op een gegeven moment wel achter dat we niet zónder kunnen. Dus héb het er niet meer over, maar laat gewoon zien hoe goed we zijn!”

Ze besluit: “Het is mooi als je op deze manier vmbo’s en havo’s kunt verbinden, dat scholen van elkaar kunnen leren en dat er altijd doorstroommogelijkheden zijn. Maar tegelijkertijd geldt ook dat je trots mag zijn op een basis- of kaderdiploma en dat je dan werkelijk súper bent! Zij leveren het vakmanschap en rijden straks in de grootste auto’s. Mijn droom is uitgekomen: een vakcollege voor vmbo en havo, waar leerlingen van en met elkaar kunnen leren, en bovenal vrienden zijn.”

Interview met Jenny Oldenhuis

Jenny Oldenhuis over het belang van praktijkgericht onderwijs voor alle leerlingen.