Anton van Arkel – docent Economie en Ondernemen aan het Vechtdal College in Hardenberg #docenten

25 jaar docent met passie voor het vmbo

Terug naar overzicht
Thumbnail

Anton van Arkel – docent Economie en Ondernemen aan het Vechtdal College in Hardenberg

Schoolloopbaan: Anton deed het vwo op de Gemeentelijke Scholengemeenschap in Emmen, (tegenwoordig het Esdal College) en heeft er naar eigen zeggen “lekker lang over gedaan”. Daarop besloot hij Economie te gaan studeren in Groningen. Hij maakte de studie niet af en stapte over naar de lerarenopleiding Ubbo Emmius in Groningen: “Een geweldige opleiding: praktisch, concreet én sociaal-maatschappelijk betrokken, en bovendien met excursies naar Moskou en Oost-Duitsland”. Daar haalde hij de bevoegdheid voor economie en wiskunde.

Loopbaan: Hij begon in 1990 als docent op de Emmaschool, een lhno-school in Zwolle. Daarna gaf hij les op de Heimans leao in Zwolle en na de fusie gaf hij ook economieles op de Thorbecke Scholengemeenschap. Toen er in 1999 een vacature was in Hardenberg, stapte hij – ook vanwege de reisafstand – over naar het Vechtdal College, waar hij nog steeds werkt als docent E&O en binnen D&P aan de TL.

Waarom heb je gekozen voor een baan als docent?

“Aanvankelijk wilde ik sportleraar worden – ik was ook actief in hockey -, maar daar waren er al veel van en bovendien was er een wachtlijst. Economie leek me toen wat veiliger. Ik had een vriend die al wat verder was met de lerarenopleiding.”

Had je zelf een docent in je opleiding die je geïnspireerd heeft?

“Mijn economieleraar op het vwo kon goed vertellen. Hij was ook decaan en adviseerde me iets met accountancy of actuaris te gaan doen, omdat ik goed was met getallen. Dat leek me erg saai, maar economie trok me wel. Ook mijn aardrijkskunde- en geschiedenisleraar waren inspirerend; de eerste omdat hij onderzoekend te werk ging met ons, en de tweede vanwege zijn prachtige verhalen.”

Hoe ben je gestart als docent?

“Op het lhno gaf ik het vak Verkooppraktijk. Een docent had via de Trekpleister en de Bata verzamelde lege dozen, winkeltjes gemaakt in de hoeken van het lokaal, waar leerlingen verkoopgesprekjes konden oefenen en leren afrekenen op de kassa. Ik had goede ondersteuning van een collega. Er waren best pittige dames onder de leerlingen. Het praktijkvak en de stages vonden ze wel leuk. Een jaar later gaf ik wiskunde en economie, dat vroeg om een strakkere aanpak. Eigenlijk is mijn voorkeur altijd blijven uitgaan naar de meer praktijkgerichte kant.

Op het leao waren er bedrijfssimulaties; eerst met typmachines, later met computers, waarbij de hele logistiek en papierstroom werd nagebootst; leuk maar ook intensief. Er waren aardig wat jongens die gedreven waren om een eigen zaak te beginnen. Op het Vechtdal heb ik het onderwijs zien veranderen van Verkooppraktijk naar Handel en Verkoop en later Handel, Verkoop en Administratie. Toen ik daar begon hadden we nog machineschrijven en nam tekstverwerken op de computer een steeds hogere vlucht.”

Hoe zouden je leerlingen jou omschrijven?

“Ik verwacht dat ze me een aardige man vinden, die zorgdraagt voor een goede sfeer en consequent en rechtvaardig is. Hun opdrachten moeten ze natuurlijk gewoon doen, maar ik ben van het geven en nemen. Dat spel, dat vind ik ook het leukste. De band met leerlingen moet goed zijn op het vmbo, dan bereik je het meeste met de groep.”

Is er verschil tussen de vmbo-leerlingen van toen en nu?

“Leerlingen zijn niet zo gek veel veranderd, ze vinden het nog steeds fijn om praktisch bezig te zijn en op stage te gaan. De omgeving is wel veranderd, denk aan social media. Vroeger was het meer stampen, nu vragen leerlingen soms: ‘Moet ik dat nog wel leren, je kan toch alles opzoeken?’”

Wat wil je je leerlingen meegeven?

“Ik vind sociale vaardigheden en sociale cohesie heel belangrijk: dat ze goed omgaan met elkaar en wat voor een ander doen; een goede buurman of buurvrouw zijn. Dat zijn eigenlijk levensvaardigheden. Van Economie & Ondernemen wil ik ze vaardigheden meegeven die ze later kunnen gebruiken, bijvoorbeeld ook initiatief nemen.”

Wat beschouw je als de grootste verandering in het vmbo-onderwijs in de afgelopen 25 jaar?

“Dertig jaar geleden stond de praktijk, het ‘winkeltje spelen’, centraal. Met de intrede van de computer en allerhande programma’s gingen de ontwikkelingen in dit vak snel. Door digitale lesmethodes zitten leerlingen meer achter de computer. Dat nekte ons wel een beetje, want daardoor werd het onderwijs meer theoretisch. Ik zit in een werkgroep waarin we het nieuwe profiel E&O proberen meer praktisch in te kleden, van een eigen onderneming opzetten tot webshops, productfotografie, etaleren en design.”

Ben je een andere docent dan in het begin van je loopbaan?

“Ik heb een meer coachende rol ontwikkeld. Daarin zijn we ook getraind op school: ‘Hou je handen op je rug.’ Bij de komst van de computer hadden veel collega’s de neiging om het even vóór te doen. In plaats van voor- en nadoen en huiswerk maken en nakijken proberen we nu meer de leerling zelf te laten denken en oplossen en meer eigenaarschap bij de leerling te leggen. Dat blijft soms lastig. We hebben flexuren op school; keuze-uren, waarin ze vakken die minder goed gaan kunnen bijspijkeren, maar daar kiest een leerling uit zichzelf niet voor. Dan is er toch coaching bij nodig.”

Wat zou je willen veranderen in het vmbo?

“Ik zou graag een breder programma zien in klas 3 voor Zorg & Welzijn, HBR en E&O, zodat leerlingen zich nog beter kunnen oriënteren, bredere vaardigheden meekrijgen en de keuze kunnen uitstellen. Het allerliefst zou ik meer maatwerk willen voor leerlingen binnen alle profielen, voor degenen die zich willen oriënteren en voor degenen die al weten wat ze willen.”

Wat is het mooiste aan werken in het vmbo?

“Ik wil graag kennis en vaardigheden overbrengen, die vmbo’ers kunnen benutten. Ik vind het mooi als leerlingen in de gelegenheid zijn om te laten zien wat ze kunnen, tijdens open dagen bij rondleidingen in de school of op hun stage. Het is fantastisch om leerlingen te zien groeien in wat ze kunnen, dat ze in het praktische kunnen shinen. Daardoor doen leerlingen, die vaak te horen hebben gekregen dat ze niet goed zijn in leren, zelfvertrouwen op. Ik ben blij dat er in de maatschappij veel vraag is naar mbo’ers en dat zij ook beter betaald worden.

De krenten in de pap waren toch wel de buitenlandreizen met onze leerlingen, van 2000 tot 2016, bijvoorbeeld naar Barcelona en Londen. We organiseerden die als eindreis tussen het eindexamen en de examenuitslag. We hebben heel wat avonturen beleefd met 120 leerlingen in twee bussen. Een behoorlijke verantwoordelijkheid, maar het is altijd goed gegaan. En het is geweldig als leerlingen je na afloop persoonlijk komen bedanken en vertellen wat een toffe reis het was!”

Terugkijkend op de afgelopen 25 jaar, waar ben je het meest trots op?

“Ik ben trots op waar oud-leerlingen terechtkomen en hoe ze zich als mens ontwikkelen. Laatst kwam een oudleerling van E&O langs die nu in een sterrenrestaurant werkt. En dat ik het nog steeds leuk vind om met deze jongeren om te gaan en daar voldoening uit haal. Ik ben bepaald geen zure docent, wel kritisch af en toe, maar nog steeds enthousiast.”

Docent Anton van Arkel

25 jaar docent met passie voor het vmbo