Chadia Benlahsen – docent geschiedenis, maatschappijleer en Dienstverlening & Producten op het Vechtstede College te Weesp #docenten
25 jaar docent met passie voor het vmbo

25 jaar docent met passie voor het vmbo
Schoolloopbaan: Na de basisschool ging ze naar een brede brugklas van mavo tot het gymnasium. In 2 mavo besloot ze dat ze naar het CIOS wilde, maar haar ouders vonden haar te jong om na mavo4 uit huis te gaan. Daarom volgde ze na de mavo de havo. Ze twijfelde over de sportjournalistiek, maar koos uiteindelijk voor geschiedenis.
Loopbaan: Ze begon als docent op het Vechtstede College, voorheen het Casparus College. Daar werkt ze nu 25 jaar. Vanaf de start geeft ze les in mavo/vmbo tl. Op dit moment is ze decaan, en heeft in het verleden ook als afdelingsleider gewerkt. Ze geeft geschiedenis en maatschappijleer en sinds dit jaar ook les in het praktijkgericht programma, Dienstverlening en Producten.
“Ik was gefascineerd door geschiedenis. Al op de havo. Tijdens mijn eerste stage in het eerste jaar van mijn opleiding wist ik het zeker: dit is fantastisch! Dìt is wat ik wil, voor de klas staan.”
“Ik was nog vierdejaars student en zag een vacature, in mijn woonplaats, voor acht lesuren. Ik moest ook nog stage lopen dat jaar en dacht dat ik op deze manier een soort van betaalde stage kon regelen. Ik begon dat schooljaar met acht lesuren en ná de kerst waren dat er 19 én werd ik mentor van een klas. Het was flink buffelen om met deze extra uren op tijd af te kunnen afstuderen. Ik was 21 en lange tijd de jongste docent op school. Mijn ‘babyboom-collega’s’ waren mijn warme bad; dankzij hun begeleiding voelde ik me direct thuis.”
“De leraar geschiedenis op de havo prikkelde en inspireerde mij natuurlijk. Zonder zijn mooie lessen zou ik er niet voor gekozen hebben om geschiedenis te gaan studeren.
Toen ik op het Vechtstede terecht kwam was er een oudere collega die mij stimuleerde in ‘wat voor type docent’ ik wil zijn. Ik bewonderde de betrokkenheid en de mate van door het vuur gaan voor hun leerlingen van de docenten. Als ik géén docent zou zijn geworden, dan was ik in de sport terechtgekomen. Dan had ik mbo-sport & bewegen gedaan en was ik misschien uiteindelijk wel gymdocent geworden. In ieder geval zou ik kiezen voor een beroep waarbij ik met mensen werk.”
“Grappig dat je dit nu vraagt. Net voor kerst had ik mijn leerlingen de opdracht gegeven een omschrijving te maken van hun klasgenoten. Ze hebben deze omschrijving ook van mij gemaakt en ik kreeg te horen dat ze me behulpzaam, geduldig, leergierig, lief, betrokken en nieuwsgierig vinden. En als extraatje: ik kan dingen goed uitleggen. Nou, dat was een complimentendouche! Echt heel erg leuk!”
“25 jaar geleden was er nog geen passend onderwijs. Ergens in mijn beginperiode kregen we voor het eerst te maken met een autistische leerling. Alle docenten werden geschoold in hoe we moesten omgaan met deze kinderen. Tegenwoordig hebben we heel veel leerlingen die ADHD of een ander ‘rugzakje’ hebben. In het algemeen is de spanningsboog van leerlingen nu veel korter. Beelden die ik vroeger gebruikte in de klas voldoen nu niet meer. Het moet allemaal sneller en korter. Het is voortdurend onderzoeken ‘wat werkt voor een kind’. Dankzij ervaring kun je sneller inspelen op de behoeften van een kind.”
“Kies met je hart. Ga doen wat je nù leuk vindt. Een diploma zorgt ervoor dat je verder kunt. Nog altijd heerst er onder mavo-leerlingen het gevoel dat hoger onderwijs beter is. Ze voelen zich minder dan een havo-leerling. Ik promoot het mbo bij al mijn leerlingen. Ik zie dat het gros van de mavo-leerlingen in het mbo veel beter gedijt dan op de havo. Ik ben daar zelf het beste voorbeeld van.”
“Er is heel veel veranderd. Maar dan vooral in het vmbo kader en -basis. Inhoudelijk niet, maar ik denk dan vooral aan het passend onderwijs dat in de loop van de tijd meer vorm heeft gekregen. Verder zie ik dat de zorgbehoefte onder leerlingen is gegroeid. Vroeger hadden we een zorgteam met één medewerker; tegenwoordig bestaan onze zorgteams uit een stuk of vier à vijf collega’s. Er zijn gewoon heel veel kinderen die in de knel zitten en meer aandacht nodig hebben. Mijn rol als docent is door deze ontwikkeling ook veranderd; van vakinhoudelijk – naar méér pedagogisch werk.”
“Ik heb altijd gekeken naar het kind achter de leerling. Nu ik zelf ouder wordt, en een ouder ben, kan ik me beter inleven in ouders én de leerling. Daardoor kan ik me ook beter voor hen inzetten. Ik heb gezien dat het leerproces van het kind belangrijk is; het kind mág fouten maken. Het is een manier van leren, met vallen en weer opstaan.”
“Wat ik er het mooiste aan vind is dat ik kinderen mag begeleiden in een belangrijke periode in hun leven. Ik zie de ontwikkeling van kind naar bijna volwassen en dat vind ik heel bijzonder. Een voorbeeld dat me is bijgebleven is een leerling die zich geschoffeerd voelde door een docent. Hij werd de klas uitgestuurd en vond dat heel erg onrechtvaardig. Hij weigerde in eerste instantie een herstelgesprek met de docent. Pas een paar dagen na het incident was hij bereid erover te praten. Op zo’n momenten zie je dat een kind groeit en leert van ervaringen. Ik vind dat geweldig!”
“Als het aan mij ligt mag er nog wel een jaartje bij. In plaats van vier, vijf jaar vmbo. Leerlingen hebben vaak meer tijd nodig om op te bloeien en een keuze te maken voor een vervolgstudie. Ik bedoel niet dat ze in dat vijfde jaar nog méér vakken moeten krijgen maar dat er ruimte is om zich te verdiepen in de vakken die ze leuk vinden en waar ze goed in zijn.”
“Dat zijn momenten dat je van leerlingen terugkrijgt dat je iets voor ze hebt mogen betekenen. Zo organiseren we als school elk jaar een Studie Oriëntatie Markt. Daar nodigen we graag oud-leerlingen voor uit om over hun beroep te praten. Deze leerlingen zijn soms al meer dan tien jaar van school. Een enkele keer tref ik een leerling, volwassen natuurlijk, die me laat weten dat ik in hun schooltijd een persoon was met wie ze konden praten. Dat ik ze op weg geholpen heb. En dat ik een beetje steun bood in een periode dat ze het bijvoorbeeld in hun thuissituatie moeilijk hadden.”