Henk van Haren – docent techniek & Dienstverlening en Producten aan de Walewyc mavo in Waalwijk #docenten
25 jaar docent met passie voor het vmbo

25 jaar docent met passie voor het vmbo
Schoolloopbaan: Henk volgde 2 jaar de lts in Waalwijk, om daarna de overstap te maken naar de driejarige opleiding Goud- en zilversmeden in Schoonhoven.
Loopbaan: Na deze opleiding ging hij aan de slag bij verschillende juweliers. Aansluitend werd hij docent Gouden zilversmeden bij Hillevliet in Rotterdam en deed dat negen jaar. Daarvoor volgde hij een opleiding in Eindhoven voor een 114-verklaring en deed een lerarenopleiding. Later schoolde Henk zich om naar techniekdocent en werkte op het Penta College in Hoogvliet. Hij zocht een baan dichter bij huis en werd techniekdocent aan de Walewyc mavo. Daar werkt Henk nu 25 jaar en geeft, ook na zijn pensioen, nog steeds techniek in de onderbouw en D&P in de bovenbouw, en maakt examens voor D&P.
“Tijdens mijn werk als goudsmid kreeg ik de feedback dat ik erg goed kon uitleggen. Dat is een kwaliteit die natuurlijk goed past bij een docent.”
“In 1989 werd ik docent Goud- en zilversmeden. Indertijd werd deze lts-opleiding in Amsterdam, Rotterdam en Schoonhoven gegeven. Toen de kopklassen in het vbo verdwenen, ben ik gaan omscholen naar techniekleraar, omdat dat het dichtst bij mij stond. Eerst gaf ik les in Rotterdam en sinds 25 jaar aan de Walewyc mavo. Voor de komst van de profielen was er een vak technnologie. Veel elementen daarvan zijn opgegaan in Dienstverlening en Producten. Ik heb een minor gevolgd in Eindhoven en geef sindsdien ook D&P.
Ik schreef altijd al veel eigen lesmateriaal. Dat doe ik nog steeds. Voor D&P zorg ik dat alle skills die leerlingen nodig hebben voor het examen, in het materiaal zitten. Zo ontwerpen ze bijvoorbeeld een nieuwe vorm van een chocolaatje en dat printen we ook 3D uit. En ik maak examens voor D&P.”
“Er mag veel bij mij, zolang het maar binnen de grenzen blijft en we samen de lessen kunnen doen.”
“Er wordt wel eens gezegd dat leerlingen veranderd zijn in de loop der tijd, maar het waren vroeger pubers en dat zijn het nu ook. Het is maar net hoe je ermee omgaat: als je je soepel opstelt, dan willen ze meer en krijg je ze beter in beweging, dan wanneer je ze streng bejegent.”
“Ik wil ze algemene kennis meegeven. Ik ben zelf van goudsmid docent geworden. Ik vind het belangrijk dat ze met veranderingen leren omgaan en hun weg weten te vinden in een maatschappij, die voortdurend verandert.”
“Ik zie eigenlijk niet zulke grote veranderingen; wel, dat de beroepsgerichte programma’s erop aansturen dat leerlingen meer buitenschools leren en meer contact krijgen met de buitenwereld buiten de school. Leerlingen vinden dat soms best moeilijk, maar daar moeten we ze goed op voorbereiden.”
“Ik ben geen andere docent geworden. In iedere klas zitten er lieverdjes en leerlingen die de grenzen opzoeken. Ik had dat altijd al goed in de peiling en kan daar ook goed mee omgaan.
Ik mis het goudsmeden soms wel. Ik maakte sieraden van hoog niveau. Daarvoor moet je heel minutieus kunnen werken. Ik heb geaccepteerd, dat dat fysiek niet meer lukt. En ik ga ook volop voor het docentenvak. Ik heb bijvoorbeeld afgelopen jaar een leerlinge die heel goed was in fijne motorische handelingen geadviseerd met haar ouders een kijkje te nemen in Schoonhoven. Nu volgt ze daar de opleiding.”
“Als je goed met leerlingen omgaat, blijken ze leergierig en kun je ze écht wat leren. Een goede relatie is daarvoor essentieel.
Eigenlijk ben ik al met pensioen. Leerlingen zeiden op de gang tegen me: ‘Meneer, ik heb voor uw vak gekozen, maar u gaat het toch wel zelf geven?” Dat streelt je ego natuurlijk. Ik geef ook nu nog steeds met heel veel plezier les.”
“Als er veranderingen nodig zijn, doe dat dan stapje voor stapje en niet in een keer alles op z’n kop. Dat is goed voor docenten en voor leerlingen. En leg niet alles zo strak vast in PTA’s. Vroeger gaf je drie keer per jaar een cijfer en dan wist je precies wat die leerling beheerste. Tegenwoordig moet je dat met een dik dossier onderbouwen. Dat is eigenlijk wel een verandering in het onderwijs: Er moet heel veel gedocumenteerd, verantwoord en onderbouwd worden, bijvoorbeeld voor het geval ouders komen informeren waarom hun kind een 6,3 heeft. Dat is jammer: het werkt het hebben van afvinklijsten in de hand en maakt het onderwijs administratief. Als docent kun je het niveau van een leerling echt wel goed inschatten.
Ik ben een warm pleitbezorger van het CSPE en de schoolexamens. In de SE’s kun je vaardigheden aftoetsen, die niet in het CSPE zitten. Op de dag waarop het CSPE D&P wordt afgenomen, kunnen leerlingen écht laten zien wat ze kunnen.”
“Dat ik docent mag zijn! En op de omgang met mijn leerlingen. Ik woon en werk in Waalwijk en heb daar een kapper, die een oud-leerling van me is. “Ik was wel een boefje, he meneer van Haren”, zei hij laatst. “Het valt wel mee”, antwoordde ik, “je bent goed terechtgekomen!””